Algemeen

  • Algemeen

    De toko buku en de pasar malam

    34 zijn is maar lastig: bij sommige dingen krijg je nog net een jaartje jongerenkorting, maar bij andere zaken voel je de ouderdom in je nek ademen. Op weinig momenten voel ik mijn jeugd zo als los zand door mijn handen glippen dan als ik me betrap op het vermoeiende ouwemannentrekje om dingen nog te noemen bij hun oude naam na een rebranding. Zeg maar NPO3 nog steeds “Hilversum drie” noemen. Maar toch he. Hoe ik het ook probeer, het lukt me niet om de term “Tong Tong Fair” over mijn lippen te krijgen als ik aan mijn vrienden voorstel of ze zin hebben om naar de Pasar Malam te gaan. De Pasar Malam heet gewoon de Pasar Malam, wat het marketingbureau ook bedacht heeft. 

    Goed, de Tong Tong Fair. We hebben de foldertjes bij onze uitgebreide afdeling Indische boeken liggen. Dat is natuurlijk niet voor niets – we hebben een flinke Indische afdeling. De laatste jaren krijgt de Indische geschiedenis ook ruime aandacht op de, slik, Tong Tong Fair, met historische paviljoens en standjes met (tweedehands) boeken over Indië. Onze vrienden van Moesson hebben tegenwoordig ook een permanente winkel op het Noordeinde met een heuse Indische bibliotheek. Je zou zeggen dat er dus een soort herleving is van de Indische geschiedenis – al verkopen we lang niet elke dag een Beb Vuyk of knallers met titels als “Soldaatje spelen onder de smaragden gordel”. We krijgen echter wel veel Indische boeken aangeboden: geregeld gaan er mensen uit de oude wereld dood en dan krijgen we weer een telefoontje of we interesse hebben in drieduizend boeken over de Oost.*

    En het is niet alsof er voorlopig een einde komt aan het corpus aan boeken dat onder deze sectie geplaatst gaat worden: de laatste tijd worden we overspoeld met een flinke lading boeken over het koloniale verleden. Romanciers schrijven weer Indische romans en er komt van alles uit dat ‘nieuw licht’ werpt op de laatste jaren van de Nederlandse heerschappij in de Oost. Televisieseries, interviews in de couranten… Indië is weer hot.

    Misschien komt al deze aandacht voor Indische geschiedenis voort uit het feit dat de laatste generatie die de koloniale tijd hebben meegemaakt het tijdelijke voor het eeuwige aan het verwisselen is, maar er is ook nog wat meer aan de hand. Zo zitten we nu kennelijk in een wonderlijk historisch moment waarin de geschiedenis van Nederland wordt herschreven.

    Onze nationale identiteit ontleenden we vroeger aan het feit dat we de Spanjaarden van katoen gaven in een oorlog die ofwel om de vrijheid ging, ofwel om de vrijheid om de Protestantse religie te belijden. Het koloniale project was een mooi uitvloeisel van het feit dat de jonge natie z’n vleugels over de wereld uitspreidde, met de bijbel in de hand en de beste schepen van de wereld onder de zeebenen. 

    Dat gaat nu anders. We zijn nu een migratiesamenleving en het verhaal van de tijd draait rondjes om het idee dat we ons nationale kompas nu niet meer op het David-tegen-Goliathverhaal van de dappere geuzen en Willem van Oranje tegen de malle Habsburgers met hun gekke kinnen, maar op het feit dat we een koloniale erfzonde bij ons dragen.

    Want, zo luidt de theorie, voordat we de multiculturaliteit een plaatsje kunnen geven moeten we eerst de door de koloniale periode ontstane maatschappelijke machtsverschillen opheffen. We moeten ons dus spiegelen aan de zwarte bladzijden, of sterker nog, als samenleving collectief in therapie om met onszelf in het reine te komen met het vermeend foute verleden.

    De dekolonisatie** en de contemporaine massamigratie wordt genomen als nieuwe “Nullstunde” om het nationale verhaal omheen te bouwen. Vandaar al die aandacht voor de misstanden tijdens de Politionele Acties (sorry, Revolusi, nog zo’n nieuwe term waar ik slecht aan kan wennen) en de felle strijd onlangs over de erfenis van het optreden van Kapitein Westerling op Celebes.

    Er is aardig wat op die historiografische trend af te dingen en de vraag is natuurlijk of zulk geïnstitutionaliseerd therapeutisch radicalisme werkelijk ooit een breed gedragen volksverhaal wordt, maar het heeft wel gezorgd dat er een hernieuwde interesse in Nederlands-Indië is ontstaan. Een goede reden om de Indische kast eens te komen plunderen in de komende dagen.

    *hier zit ergens nog een grap in over de weduwen van de Weduwe van Indië maar die krijg ik niet helemaal rond.

    ** Nouja, de vervanging van een op Den Haag gecentreerd imperium door een vanuit Jakarta geleide Republik, een proces dat met het nodige militaire en culturele imperialisme gepaard ging.

  • Algemeen

    In de Etalage: Judaica

    Ok, we smokkelen een beetje. Het is niet echt een etalage, eerder een nieuwe kast met onze collectie boeken over Joodse cultuur en geschiedenis, met uiteraard speciale aandacht voor de getuigenissen uit de Tweede Wereld. Toch belangrijk om dat hoekje in ere te houden in een tijd dat we ons afvragen of we nog wel Stolpersteine mogen leggen omdat het een negatieve impact heeft op de woningwaarde. We hebben een mooie collectie die al tijden meer verdiende dan een rommelige stapel en nu hebben we eindelijk een mooie kast. Overigens is de kast – plus nog een hele stapel mooie boeken – gedoneerd door een fan van de winkel. Team work makes the dream work!

  • Algemeen

    Colette redt haar dorp

    De beruchte “diagonale du vide” staat in Frankrijk voor een brede band van uitgestorven,
    onbewoonde dorpjes met alleen nog maar leegstaande woningen of woningen met gesloten
    luiken (deels bewoond door de Parijse of buitenlandse eigenaren). De strook loopt van het
    noordoosten naar het zuidwesten, van de Vogezen tot aan Les Landes, Over het algemeen
    zijn het dorpjes die tot halverwege vorige eeuw nog prima levensvatbaar waren met een
    paar honderd inwoners, maar die door het verdwijnen van werkgelegenheid, door
    grootschalige landbouw en de trek naar de stad leegliepen. Als er dan ook nog eens geen
    verbinding met de TGV is of er geen afslag van de snelweg naar toe gaat, verdwijnen de
    bakker en de épicerie, de school, het postkantoor, het bureau van de gendarmerie en is het
    dorp ten dode opgeschreven.

    Saint-Sauveur en Puisaye ligt schuin onder Auxerre en midden in die diagonale du vide, er is
    geen industrie, geen TGV-station en de péage van Parijs naar het zuiden komt er niet langs,
    het zou voorbestemd zijn een “leeggelopen” dorpje te worden (850 inwoners, 200 gezinnen,
    2/3 ervan is kinderloos en de helft van de bewoners is boven de 60 jaar). De gemiddelde
    toerist heeft geen enkele reden om de péage te verlaten. Maar Saint Sauveur heeft iets heel
    speciaals en de huidige bewoners van het dorpje weten dat. Dank zij hun beroemdste
    inwoner hebben zij de achteruitgang van het dorp weten te stoppen en om te buigen.
    Gelukkig zijn Hans van Oel en ondergetekende geen gemiddelde toerist. Wij hadden net als
    de huidige bewoners van Saint Sauveur Colette voor ogen.

    Het oude 17e eeuwse kasteel midden in het dorp is omgetoverd tot een Musée Colette, een
    feest om in rond te lopen, het museumwinkeltje te bezoeken en er koffie te drinken met
    heerlijk appelgebak. Het woonhuis waar Colette de eerste 18 jaar van haar leven woonde,
    geeft een prachtige kijk op haar jeugd. En voor de liefhebbers van onze eigen Colette-winkel
    is er een bouquiniste die haar boekenschat uitstalt over talloze aaneengesloten kamers,
    gangetjes, optrekjes, alle ruimtes van vloer tot plafond gevuld en met groot risico een stapel
    boeken achter je rugzak te haken (de boeken staan weliswaar alfabetisch, maar daar is mee
    te leven). Een charmant hotel en een mooi plein met een terrasje waar het nagenieten met
    een bière-picon kan beginnen.

    Toen Colette later in haar leven haar geboortehuis in bezit kreeg en zij het dorp voor het
    eerst weer bezocht, stonden de inwoners met stenen en boegeroep klaar om haar te
    ontvangen (haar eerste roman was een in vitriool gedrenkt portret van de bewoners van
    Saint Sauveur), nu zouden ze met vlaggetjes een welkomstparade beleggen om de schrijfster
    die het dorp van de ondergang, de leegloop, de vergetelheid redde, toe te juichen.

    www.lamaisondecolette.fr
    www.muséecolette.com

    Door Piet Driest, rayonhoofd Frans

  • Algemeen

    Absurdisme in de tuin: Anka Hashin over haar debuut “Schrikkeljaar”

    Afgelopen zaterdag ging Sjeng Scheijen op een zonovergoten dag in gesprek met onze vrijwilligster Anka Hashin over haar literaire debuut Schrikkeljaar, Rusland, de Russische literatuur en het absurdisme dat de Russische samenleving en literatuur zo kenmerkt. We waren erg blij met de grote opkomst, ook al zorgde het voor wat gepuzzel met het aantal beschikbare stoeltjes. Gelukkig was er ruim voorzien in wijn en andere drankjes en werd het een bijzonder informatieve, interactieve en vooral gezellige middag.

    Er zijn nog een aantal exemplaren van Schrikkeljaar beschikbaar, dus wees er snel bij. Ze zijn te koop voor 22.50 euro.

  • Algemeen

    Bent u een boekensnob?

    Jort Kelder verovert stilletjes aan de harten van de vaderlandse podcastluisteraars met zijn “Snobcast”, de show hij samen met vriend en collega Yvo van Regteren Altena maakt. In de show vinden we uiteraard het klassieke snobisme in de vorm van “ik weet wat u niet weet” over pakken en schoenen waar we de heren van kennen (we hebben in de winkel bijvoorbeeld nog een exemplaar van het boek “Man en Pak” dat de heren in de Jaren ’90 schreven – denk brede krijtstrepen en bretels), maar ook analyses van de huidige popcultuur door de bedaagde ogen van de twee supersnobs. De TikTok-filmpjes waar de twee heren met ernstig vertrekkende gezichten naar de patserij van rappers op instagram zijn niet te versmaden. Heerlijk dus. 

    Ik kwam op het thema omdat ik in onze fijnzinnig gesorteerde kast met Engelse boeken een werkje tegenkwam van de Duke of Bedford. De tekeningen zijn overigens van de onovertroffen Nicolas Bentley, die als geen ander de Engelse upper class temidden van het ineenstortende empire wist te tekenen. Instant koopje.

    Zowel dit werkje als de boeken van de heren van de Snobcast staan niet op zichzelf. Het middle class-publiek dat in de regel de kern van het publiek vormt smúlt namelijk van alles wat riekt naar sociale spanning en stijging. Lezen is trouwens dé perfecte snobistische handeling: u leest wat, u wordt een beter mens dan anderen (al was het maar omdat u meer belezen bent) en aan weinig kun je zoveel qua klasse, smaak en verfijning lezen dan aan iemand z’n boekenkast.

    Er bestaat wel een zekere spanning tussen de politieke overtuiging van de meeste lezers en de meeste mensen in het boekenvak, die toch vinden dat alles maar zo inclusief en laagdrempelig mogelijk moet zijn. Er heerst een houding van agressief antisnobisme: Couperus moet hertaalt worden en non-binair gemaakt want anders “te moeilijk voor de jeugd en men moet vooral geen klassiekers lezen, maar “ondervertegenwoordigde stemmen”. Maar stiekem zijn de grootste gelijktrekkers de grootste snobs, die als ze zich veilig wanen lekker griezelen om mensen die hun boekenkast op kleur sorteren of die de Zeven Zussen lezen.

    Enfin, snobbery in het boekenlandschap kent vele vormen – wat te denken van de mensen die alleen eerste edities verzamelen, of boeken met handtekeningen van de auteurs? Wat de vondst in dat verband zo leuk maakte is dat dit boek niet alleen kennelijk heeft toebehoord aan een Nederlandse dame uit een voornaam en aristocratisch geslacht, maar dat er ook nog een opdracht in staat van de zoon van de Duke, gesigneerd met zijn courtesy title (en als u niet weet wat een courtesy title is, tja, tja…), wat het boekje toch net weer wat meer cachet geeft. En ik heb het boekje wel, en u lekker niet.

  • Algemeen

    Bambi in ‘la scala Colette’

    Bambi bestaat 100 jaar. En dan hebben we het niet over de Bambi van Disney, maar over de ‘Oer-bambi’ die aan de beroemde tekenfilm ten grondslag ligt. Jet Quadekker vertaalde Bambi, eine Lebensgeschichte aus dem Walde uit het Duits. In de tuin van Colette gaf zij samen met acteur Piet van der Pas een zinderende voorstelling.

    Onze tuin was zondag 13 augustus tot de nok toe gevuld. Nou hebben tuinen veelal geen nok. Maar we moesten wel een beetje denken aan La Scala bij het zien van al die mensen in het publiek – tot aan het balkon van de bovenburen!

    We weten nu allemaal dat Bambi geen hert is, maar een reebok. En dat de schepper van Bambi niet Disney is, maar de Oostenrijks-Hongaarse auteur Felix Salten. Jet Quadekker nam ons mee naar het Wenen van Sigmund Freud, Arthur Schnitzler en Karl Kraus. Piet van der Pas droeg scènes en dialogen voor, met thema’s als eenzaamheid, vergankelijkheid en de vernietigende invloed van de jagende mens op het dier.

    Lees hier meer over de Bambi-voorstelling. De vertaling is als Salamanderpocket uitgegeven bij uitgeverij De Geus in Amsterdam, met een uitgebreid voorwoord van Arnon Grunberg.

  • Algemeen

    Opgroeien in Den Haag in de jaren ’50. Lezing met Wim Willems

    Vrijdag 15 september, 16:00 uur. Op ons boekenpodium: historicus en schrijver Wim Willems over zijn nieuwe boek: Op weg naar later – de geschiedenis van een naoorlogse jeugd. Kom langs bij Colette! Praat mee over opgroeien in Den Haag in de jaren ’50 en ’60.

    Wim Willems houdt zich vooral bezig met het leven in steden en met de geschiedenis van Den Haag. Geregeld duikt Willems op in Colette; wie in onze boekenbergen zoekt, vindt zeker een exemplaar van een van zijn bestsellers Stadkind en Stadsblues. Vrijdag 15 september vertelt Willems op ons boekenpodium over zijn nieuwe boek: Op weg naar later. Marko Fehres, Coletter van dienst op de vrijdag, gaat met Willems in gesprek. Na afloop is er natuurlijk tijd om een gesigneerd exemplaar van Op weg naar later te bemachtigen.

    Over Op weg naar later:

    Waar ter wereld we ook geboren worden, onze jeugd volgt overal dezelfde sporen. Eerst de cocon van het ouderlijk huis, later trekken we erop uit. De wereld zien we langzaam uitdijen door ontmoetingen in de omgeving rondom ons, en in klaslokalen en bij verenigingen waar we onze talenten leren ontdekken. Dan komt onvermijdelijk het moment dat we het gezin verlaten. We gaan werken, op onszelf wonen – en leren de liefde kennen. We broeden op plannen om het bestaan naar onze eigen hand te zetten. Hopen een zielsverwant te treffen om ons leven mee te delen.

    Tegelijk wordt elke generatie getekend door de omstandigheden waarin ze opgroeit. In Op weg naar later kijkt de schrijver-historicus Wim Willems terug op de jaren van zijn jeugd, die van de generatie die naar school ging in tijden van schaarste. In de jaren van de wederopbouw, waarover de oorlog een lange schaduw wierp. We volgen hem op zijn zoektocht van jochie naar werkende jongere. Van hippie op de avondschool tot jongvolwassene die in de ban raakte van de kunsten: literatuur, films en toneel. De verworven heden van de sociaaldemocratie stelden hem in staat om voorbij de grenzen te reiken van het arbeidersmilieu waarin hij opgroeide. Over de strijd die hem dat kostte, schreef hij al eerder – maar nog niet eerder zo beeldend en herkenbaar als in Op weg naar later: met de bezieling van een overlevingskunstenaar.

    Op weg naar later is verschenen bij Querido Facto.

    De foto’s onder dit artikel zijn uit de privé-collectie van Marko Fehres.

  • Algemeen

    Anka Hashin en Sjeng Scheijen: Schrikkeljaar en het absurdisme

    Zaterdag 2 september, 14:00 uur. Schrijfster (uit de buurt!) Anka Hashin in gesprek met schrijver en slavist Sjeng Scheijen.

    Anka Hashin (Sovjet-Unie, 1980) is het pseudoniem van een kunstenaar, schrijver en dichter. Haar verhalen zijn gepubliceerd in diverse literaire magazines, onder meer in het befaamde Russische literaire maandblad Znamya. Begin 2023 verscheen Schrikkeljaar bij Uitgeverij Vrijdag. Een scherpzinnige verhalenbundel in de traditie van Tsjechov en Tolstoj. De verhalenbundel kreeg lovende woorden van Herman Brusselmans.

    Anka Hashin gaat samen met Sjeng Scheijen op het boekenpodium van Colette in gesprek over Schrikkeljaar en over het absurdisme. Zo passeren Daniil Charms en Boelgakov de revue.

  • Algemeen

    Colette schenkt zeldzame plattegrond aan Allard Pierson Museum

    Een tweetup afgelopen voorjaar in de tuin van Colette leidde tot een bijzondere ontdekking. Boekenworm en Mokummer-verzamelaar Laurentius nam een kijkje in onze ‘Amsterdam-kast’. Daar vond hij een op het eerste gezicht heel gewone plattegrond, die bij nadere inspectie zeer zeldzaam bleek te zijn. Zo zeldzaam, dat de plattegrond nu te zien is in de tentoonstelling Open Kaart van het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Als team Colette zijn we hier natuurlijk heel trots op!

    ‘Zeldzaam en interessant.’ Reinder Storm, conservator cartografie van het Allard Pierson was ook op de tweetup. Hij was direct enthousiast en nam de plattegrond op in de collectie van het museum. De kaart van Colette is nu te zien in de tentoonstelling Open Kaart.

    Als team Colette zijn we heel trots dat een kaart uit onze collectie nu in een prominent museum te zien is. De kaart is waar hij hoort! Deze vondst is niet in geld uit te drukken, vandaar dat we de plattegrond aan het museum hebben geschonken.

    De conservator: Ook een schijnbaar alledaagse stadsplattegrond kan iets bijzonders zijn. Deze bijvoorbeeld, die onlangs werd geschonken aan het Allard Pierson door het Haagse antiquariaat Colette, lijkt heel gewoon. Toch is dit het enige exemplaar van deze kaart dat bewaard is gebleven. Bovendien spreken sommige details sterk tot de verbeelding. Kijk eens naar de aanlegsteigers achter het Centraal Station. Van daaruit werden veerdiensten onderhouden met meer dan twintig bestemmingen in Nederland, tot Arnhem en Helmond aan toe. Ook is te zien dat in 1918 kennelijk ideeën bestonden voor nieuwbouw, die niet zijn verwezenlijkt, zoals in de Rivierenbuurt. Het geeft, met andere woorden, in een oogopslag inzicht in feiten en plannen van ruim honderd jaar geleden.

    De tentoonstelling Open Kaart is te zien tot 20 augustus 2023.