-
Jean-Pierre Geelen wint Haagse persprijs ‘De Flaneur’ met zijn verhaal over Colette
Trots en blij zijn we dat de vakbroeders van de Haagse pers net zo gegrepen waren door het verhaal van Colette als wij en dat het verslag van onze reddingspoging door ons aller Jean-Pierre nu ook een belangrijke Haagse persprijs in de wacht heeft gesleept. Wij citeren het juryrapport:
Naast deze prijzen ontvangen twee journalisten, de bijzondere persprijs De Flaneur. Deze onderscheiding heeft de naam gekregen van het standbeeld De Flaneur dat Theo van der Nahmer maakte van de Haagse columnist Eduard Elias (1900-1967) dat op het Lange Voorhout staat. Eén Flaneur gaat naar Ivar Lingen voor zijn politieke radioprogramma ‘Spuigasten’, elke zaterdag een uur live op Den Haag FM. Met zijn sprankelende benadering van lokale, provinciale en landelijke politici maakt Lingen de politiek, waarvan steeds meer mensen zich afkeren, juist aantrekkelijk en toegankelijk.
Ook Jean-Pierre Geelen van de Volkskrant wordt onderscheiden met De Flaneur, voor zijn verhaal over de redding van boekhandel Colette in de Reinkenstraat. ‘Hoe burgers een boekwinkel redden en hun buurt leefbaar houden’. Geelen schrijft betrokken en warm over deze opkomende vorm van burgerinitiatief en plaatst het in breder verband.
We kunnen ons niet voorstellen dat u het stuk gemist heeft, maar voor de geïnteresseerden is het hier te lezen.
-
Spreekt er iemand Slowaaks?
Weer een mooie winkelanekdote: “dinsdagmiddag kregen wij in de winkel bezoek van Jan Maas. Zelf is hij Rotterdammer maar hij bezoekt regelmatig zijn dochter en kleinkinderen in de buurt van Colette. Zijn zoon neemt op vakantie altijd – op zijn verzoek- een lokale krant voor hem mee. Deze keer een Slowaakse krant, gekocht in Bratislava. Al bladerend door de krant (wat moet je anders met een krant in een taal die je niet kent) kwam hij een paginagroot artikel tegen over… Colette. De krant liet hij voor ons achter. Overigens vertelde hij zijn kleinkinderen aan het lezen te hebben gekregen doordat zij vaak dwaalden door Colette!
-
Jacob’s Room: 1922 bij Colette
Over het bijzondere jaar 1922 valt genoeg te schrijven en te lezen: teamlid Nils Kappeyne hield er op 25 mei een lezing over. Als extra activiteit naast de lezing was er een bespreking van het boek ‘Jacob’s Room’ van Virginia Woolf, dat in dat jaar verscheen, onder leiding van Simone Kappeyne. Hieronder de inleiding.
‘Lusteloos is de lucht in een lege kamer, ze bolt net even het gordijn; de bloemen in de vaas bewegen. Er kraakt een vezel in de rieten leunstoel, hoewel er niemand in zit.’
‘Listless is the air in an empty room, just swelling the curtain; the flowers in the jar shift. One fibre in the wicker armchair cracks, though no one sits there.’
Virginia Woolf, Jacob’s RoomZo beschrijft Virginia Woolf de kamer en daarmee de wereld van Jacob, de hoofdpersoon van haar derde roman, Jacob’s Room (1922). Het eerste idee voor de roman was de vorm: een experimentele vorm, bestaande uit flarden van Jacobs wereld, observaties, gesprekken. In januari 1920 schrijft ze in haar dagboek:
‘This afternoon arrived at some idea of a new form for a novel. The approach will be entirely different this time: no scaffolding; scarcely a brick to be seen; all crepuscular, but the heart, the passion, humour, everything as bright as fire in the mist.’
Wat komt de lezer te weten over het leven van Jacob? Jacob is de jongste van drie broers, opgevoed door hun moeder die weduwe is. We maken kennis met het gezin als de jochies klein zijn en in een badplaats op het strand spelen. Jacob groeit op, gaat studeren in Cambridge en wordt volwassen.
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt gaat Jacob vechten in Vlaanderen, waar hij zijn leven verliest, waarna zijn moeder en een vriend zijn kamer moeten opruimen en zich afvragen wat ze met zijn spullen moeten doen. [Bettinaschrijft.blogspot.com]
Zijn volwassen leven wordt door Hermione Lee in The Novels of Virginia Woolf als volgt samengevat:
‘After Cambridge he lives in elegant 18th century rooms in Lamb’s Conduit St (Bloomsbury, artistic area in London, red.), has affairs, goes to parties, works in an office, rides to hounds, pays visits to his mother’s old friends one day and to prostitutes the next, writes essays, goes to the opera, and reaches the age of twenty-five. He goes abroad, to France, Italy and Greece, where he falls in love with an older married woman. When he returns, the war is beginning, in which he is killed.’Over de gedachten van Jacob, over de beweegredenen voor zijn keuzes, komen we niets te weten. Virginia Woolf schrijft in haar dagboek:
‘We know nothing about him. Such is the manner of our seeing. The reality of an individual is in fact determined by surrounding social details. Characters are to be merely views; personality must be avoided at all costs.’
Dit maakt de roman lastig om te lezen. Nergens leren we Jacob echt kennen, noch een van de vele andere personages. En er gebeurt nauwelijks iets. Wat is de reden van dit experiment? Wat wil Virginia Woolf zeggen met dit boek? Welke thema’s kunnen we ontdekken?
Virginia Woolf richt zich direct tot de lezer, wanneer ze kritiek uit op ‘the other side – the men in clubs and Cabinets’, de mannen die aan hert roer zitten. Deze mannen kijken neer op romanschrijvers, dichters, lezers en sturen jongemannen de oorlog in.
‘Like blocks of tin soldiers the army covers the cornfield, moves up the hillside, stops, reels slightly this way and that, and falls flat, save that, through field-glasses, it can be seen that one or two pieces still agitate up and down like fragments of broken match-stick.’
Zo formuleert Virginia Woolf in Jacob’s Room haar aanklacht tegen de oorlog, een aanklacht tegen de mannen die de wereld domineren en een miljoen jonge Britse soldaten de dood in gedreven hebben, alsof de levens van deze jongemannen niets waard zijn, geen inhoud hebben. Jacob blijft in het boek een schim, een onbekende soldaat, in de woorden van Leonard, Virginia’s echtgenoot, na lezing van haar manuscript: ‘(…) the people are ghosts’. Niet alleen de lezer, maar ook de personages in de roman zoeken naar Jacob. De roep ‘Jacob! Jacob!’, klinkt zowel in het eerste als in het laatste hoofdstuk.
Critici beweren dat haar techniek van stream of consciousness gekunsteld is, niet realistisch. Virginia Woolf ziet het juist omgekeerd: in een traditionele roman heeft alles betekenis, zijn alle gebeurtenissen van belang voor de ontwikkeling van de personages en van het verhaal; de werkelijkheid echter is niets anders dan een aaneenschakeling van observaties en toevalligheden.
‘It is no use trying to sum people up. One must follow hints, not exactly what is said, not yet entirely what is done.’Wie in het boek zoekt naar Jacob wordt teleurgesteld, maar wie de stemming en sfeer over zich laat komen geniet van de prachtige beschrijvingen en overdenkingen die Virginia Woolf met ons deelt:
‘Shawled women carry babies with purple eyelids; boys stand at street corners; girls look across the road — rude illustrations, pictures in a book whose pages we turn over and over as if we should at last find what we look for. Every face, every shop, bedroom window, public-house, and dark square is a picture feverishly turned — in search of what? It is the same with books. What do we seek through millions of pages? Still hopefully turning the pages — oh, here is Jacob’s room.’
-
Op het podium: Berend Sommer over zijn nieuwe roman ‘Gouden Dagen’
Wat betekent het anno 2022 om een man te zijn? Niemand beter die die vraag kan beantwoorden dan Berend Sommer (1990). De schrijver die zijn debuut beleefde met een goed ontvangen detective (Duchamp) en die met ‘De Val van Henri Furet’ een profetische roman schreef over de val van een populistische dandy in de politiek richt in zijn nieuwe roman ‘Gouden Dagen’ zijn scherpe blik op de mannen van zijn generatie.
Op zondag 29 mei om 16.00 gaat Sommer in gesprek over zijn boek met medemillennialman Constanteyn Roelofs (1989). Na de lezing is er om 17.00 een borrel voor de gasten van de avond en de vrijwilligers van Colette. De toegang is gratis, maar u kunt uiteraard Colette en de auteur steunen met de aankoop van een boek of een kleine donatie. Gezien de beperkte ruimte is het raadzaam om een plaatsje te reserveren door een mail te sturen naar info@colette.red met als onderwerp ‘Lezing Berend Sommer’.
‘Eén incoherente schreeuw om aandacht, zo zal jullie generatie de geschiedenis ingaan. Ieder gevoel voor tragedie ontbreekt,’ zei Gabriël Gogel. Hij was een man van vijftig dus hij kon het onmogelijk begrijpen. Even aarzelde ze. Die ochtend had ze in zijn koffer een pistool ontdekt, of een revolver. Ze wilde hem raken. ‘Je bent een lafaard,’ zei ze, ‘en dat weet je.’ Vanuit haar ooghoek zag ze zijn onderkaak langzaam dalen. Als een kasteel van vlees zakte hij weg in de bijrijdersstoel. Ze gaf gas. Jaren geleden liet ze haar haar bleken, om indruk te maken. Dat hoefde nu niet meer. Ze zat in haar gouden dagen.
fragment, Gouden DagenEerder schreef de Vaderlandse pers over Sommer:
Over Duchamp. Een detective:
‘Als in dit boek iets wordt bewezen, is het dat de jonge Sommer een sprankelende schrijfstijl paart aan een fijn oog voor detail en een als ironie vermomd gevoel voor romantiek.’
de Volkskrant
Over De onweerstaanbare val van Henri Furet:
‘De drang naar schoonheid spat van de pagina’s in de vorm van absurdistische taferelen, die worden gelardeerd met spitsvondige dierenmetaforen en verloren gewaande schatten uit het Nederlandse vocabulaire.’
Elsevier Weekblad -
Colette schrijft: “Tattoo Jan” van Kim Heijdenrijk
Redder van Colette Kim Heijdenrijk publiceert deze maand haar derde boek, een biografie van ‘Tattoo Jan’, waarin het verhaal van de opkomst van de tattoo in het Nederlandse straatbeeld verteld wordt aan de hand van dé pionier van de tatoeage in Nederland.
‘De tattoo is volledig ingeburgerd in het straatbeeld. Aan de hand van het levensverhaal van tattookunstenaar Jan Born wordt de geschiedenis en opmars van de tatoeage in Nederland beschreven. Het leven van Jan Born (1958) leest als een avonturenroman: hoe hij als Delftsblauwschilder de overstap maakte naar het schilderen op de huid, zijn eerste tattooshop in Vlaardingen, zijn kleurrijke klanten, het succes van Tattoo Studio Jan in Rotterdam, de avonturen die hij beleefde op tattooconventies én de terugkeer naar zijn eerste en grootste liefde: het Delftsblauw. Kim Heijdenrijk beschrijft doldwaze situaties waarbij ze zélf aan den lijve ondervindt waar de passie van de prikkende ambachtslui en de liefde voor de lichaamsversiering van de klanten vandaan komen.’
‘(…) een boeiend en soms ook hilarisch onderzoek naar het heden en verleden van de tattoo in Nederland.’
Reserveren kan op www.kimheijdenrijk.nl/winkel.
-
In de Tuin: een podium!
Deze week geen ‘In de Etalage’. Niet omdat we niets leuks in de etalage hadden, integendeel, maar omdat we sinds vandaag ook een heus podium hebben waarop mensen dan weer zichzelf in de etalage kunnen zetten met literaire voordrachten, lezingen, muziek, cabaret… Dank aan alle vrijwilligers die hebben bijgedragen met het het klussen!
Uiteraard hoort u als eerste in deze nieuwsbrief wat we op het podium gaan programmeren, maar als u zelf een mooi idee heeft, aarzel dan niet om contact op te nemen met het team.
-
Open Joodse Huizen met Kim Heijdenrijk
In de aanloop naar Vier en Vijf Mei wordt de herinnering aan de Shoah in Den Haag levend gehouden door huizen open te stellen waar de Joodse Hagenaars woonden voordat zij verraden, gedeporteerd en vermoord werden. Een van die huizen is de Weteringkade 79, nu het adres van Kim Heijdenrijk. Naast drijvende kracht achter Colette is Heijdenrijk schrijfster van meerdere boeken over markante Hagenaars en Hagenezen en schrijft zij historische rubrieken voor De Telegraaf en het Haags Historie Magazine. Nauwgezet traceerde zij de levens van de bewoners van nummer 79 en enkele andere bewoners van de kade, midden in de oude joodse buurt van Den Haag.
Op 4 Mei wordt het verhaal van de Joodse bewoners van de Weteringkade om 15.00 en 16.00 verteld. Aanmelden van te voren is niet nodig maar in verband met de beperkte ruimte is het raadzaam om op tijd aanwezig te zijn. De toegang is gratis.
De andere adressen van de dag zijn te vinden op openjoodsehuizen.nl.
-
Terugkijken: Colettes’ Paula Heeger bij Brommer op zee
Een tijd geleden was Antiquariaat Colette bij Brommer op zee, dit keer gaf het VPRO-boekenprogramma met Wilfried de Jong en Ruth Joos aandacht aan Paula Heeger, stille kracht achter de website van Colette. De uitzending terugkijken en Colettes’ Paula in actie zien? Dat kan hier.
-
‘Colette is stoffig en hartstikke hot’
Hoort u het ook eens van een ander: NRC-redacteuren Toef Jaeger en Hanneke Chin-A-Fo baanden zich een weg door de winkel en tekenden hun ervaring op voor Neerlandia, het Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij.
“Colette is stoffig én hartstikke hot. Sterker nog, een deel van de aantrekkingskracht zit hem in die stoffigheid. Boekenliefhebbers komen soms van ver om er te neuzen in de kasten en de bergen. Vergeelde bladzijden zijn voor hen geen enkel bezwaar, die typische oudeboekengeur evenmin. Een bezoek aan Colette is niet alleen een intellectuele, maar ook een zintuiglijke ervaring. ”
-
In de etalage: De Boekenreparatieclub
De tand des tijds spaart niets en niemand en dat hebben flink wat boeken in de collectie van Colette geweten. We vinden de prachtigste hardcovers, vaak nog van voor de oorlog, maar ze zijn niet altijd even in beste staat. Gelukkig hebben we een enthousiast team van vrijwilligers dat met lijm en linnen aan de slag gaat om de boeken weer in lees- en presenteerbare staat te herstellen. Deze week zetten we daarom een paar van de voltooide boeken in de etalage. Oh! En heeft u thuis misschien een boek dat wel een oppepper kan gebruiken? De club repareert ook in opdracht. Kom langs in de winkel en informeer naar de mogelijkheden.