En toen was er een berg
Niet eens zo heel lang geleden werd Colette gerund door maar één man: Jogchum de Vries. Onvoorstelbaar, als je bedenkt dat nu meer dan dertig buurtgenoten dag en nacht in touw zijn om het bijzondere boekenparadijs draaiend te houden. Jeannette van Zijl, boekverkoopster op donderdag, dronk een kopje thee met Jogchum en kwam meer te weten over de begintijd van Colette.
Een lichte bakfiets
Jogchum de Vries, fervent lezer en boekenverzamelaar, werkte tot 1996 bij een grote verzekeringsmaatschappij. Hij kreeg behoefte om te breken met die wereld en zijn hart te volgen, zich voortdurend te omringen met boeken en fervente lezers. Iedere zondag en donderdag begaf hij zich met de lichte bakfiets van zijn bovenbuurman naar het Lange Voorhout waar hij, tegenover de Posthoorn, een
kraampje had op de boekenmarkt. Twee garageboxen dienden als opslag. Zijn aankopen deed Jogchum vooral bij een antiekzaak op de Laan van Meerdervoort, ter hoogte van het Haganum. De eigenaar, telg uit de beruchte familie Kaffa, deed ook in boeken omdat in die tijd oud papier behoorlijk wat opleverde. Jogchum zag ook grote waarde in die boeken, maar vanuit een heel ander oogpunt. Hij kocht er veel.
Een zwaardere bakfiets
De lichte bakfiets werd vervangen door een zwaardere. Diezelfde ondernemer hielp Jogchum toen er in de Reinkenstraat, op nr. 45, een winkelpand leeg kwam. Samen onderhandelden ze met de eigenaar van het pand. Er kwam een huurcontract, er kwam een sleutel. Een goede vriendin en haar dochter hielpen de winkel schoon te maken en hier en daar te verven. Er had een slagerij in het pand gezeten, er moesten wat sporen gewist worden. Een oud collega van Jogchum, omgeschoold tot timmerman, kreeg zijn eerste
opdracht: boekenkasten timmeren, heel veel boekenkasten.
En we noemen de winkel…
En er moest een naam komen. Vriend Kaffa vond dat het iets Fries moest worden, Jogchum niet. Onder invloed van familie in Frankrijk had Jogchum al jong op eigen kracht Frans geleerd. Hij las Bibeb die Colette citeerde, kocht in Parijs een affiche van Colette, hij ging op vakantie in de buurt van haar woonplaats…….hij was verkocht. Het werd Colette. De naam werd pas na 2 jaar op het raam geschilderd. Het openingsfeestje was op 1 februari 1997. De mensen uit de buurt, onder wie de slager van de overkant met zijn twee zoontjes, zaten netjes op stoeltjes aan de kant. Zij keken met grote ogen naar de uitbundig feestende, kunstzinnige vrienden van Jogchum.
Het lopend vuurtje
In het begin liep het storm. Jogchum had al veel bekendheid door de boekenmarkt. Advertenties in wijkblad ‘Het lopend vuurtje” brachten ook de buurtbewoners naar Colette. Na twee jaar ging hij alleen nog maar op zondag naar de markt, op donderdag was hij in de winkel. Rond 2000 stopte Jogchum helemaal met de markt. Hij heeft het altijd alleen gedaan! De dochter van zijn buurman maakte houten blokken die nog steeds midden in de winkel staan. Ze werden rondom gevuld met boeken.
De eerste 3 jaar vierde Jogchem op 18 april zijn verjaardag in de winkel. “Op die blokken kon je niet alleen je glas kwijt, we dansten erop! En wanneer het erg gezellig werd kon je met een wijntje en een dame de kelder in”. Na drie jaar kon dat niet meer. Bovenop de blokken kwamen steeds meer
boeken, er tegenaan ook. Je zag geen blokken meer maar bergen, bergen van boeken. En de kelder werd steeds minder toegankelijk.
En in de hoeken van de winkel ging Jogchem ook stapelen. ‘Dat is een kwestie van mechanica. Het zwaartepunt onder. Goed nadenken! Ik vind het heel gewoon. Veel boekenvrienden hebben thuis ook stapels.’