-
Boekpresentatie: Hoe ik geen rockster werd
Is het mogelijk om op te krabbelen als getroffene van de toeslagenaffaire?
Op vrijdag 23 mei komt het eerste non-fictieboek van een gedupeerde van de toeslagenaffaire uit: Hoe ik geen rockster werd, van Bridie van Droffelaar. Een aangrijpend en meeslepend verhaal dat de harde werkelijkheid achter de bureaucratische regelgeving blootlegt en de lezer bij de keel grijpt. Het boek wordt die middag om 16.00 uur gepresenteerd in Boekhandel Colette & Co in Den Haag.
Van Droffelaar leefde als jonge vrouw van 34 jaar een leven vol muziek en liefde. Met een droombaan in de mediawereld, twee prachtige dochters en de belofte van een succesvolle carrière. Tot het onverwachts verandert in een nachtmerrie wanneer ze onterecht kinderopvangtoeslag moet terugbetalen waarvan ze zich niet bewust was dat die was opgebouwd. Ondanks alle argumentatie en inspanning om haar gelijk te bewijzen houdt de belastingdienst voet bij stuk.
Zonder hulp en met een torenhoge schuld raakt ze alles kwijt en vlucht met haar dan nog jonge kinderen naar het buitenland. Van Spanje tot Ierland probeert ze een nieuw bestaan op te bouwen, terwijl geldzorgen, schaamte en isolement haar in gevaarlijke situaties brengen.
Van Droffelaar laat in Hoe ik geen rockster werd zien hoe snel het leven kan kantelen en hoe moeilijk het is om terug te vechten. Maar het schetst ook hoe veerkracht, liefde en muziek haar uiteindelijk helpen om de weg terug te vinden. Al is ze nog steeds niet terug op haar oude niveau, en zal ze nog jaren moeten knokken om te komen waar ze zou moeten zijn als ze geen gedupeerde zou zijn geweest.
Hoe ik geen rockster werd leest als een roman maar is een rauw en eerlijk non-fictieboek van een welbespraakte vrouw die haar stem laat horen. Tegen alle verdrukking in.
Over de auteur:
Bridie van Droffelaar (1980) woont inmiddels al enige jaren met haar dochters in Ierland waar ze haar hoofd boven water probeert te houden. Als dochter van een vader met Ierse roots voelt ze zich hier thuis en geborgen.
-
In de etalage: Paul van Vliet
Beeldend kunstenaar Loek Bos werkt aan een levensgroot beeld van kunstenaar, cabaretier en Haagse icoon Paul van Vliet. In de etalage van Colette is het schetsontwerp – een kleine versie van het standbeeld – te bewonderen.
Eerder dit jaar zijn vrienden, collega’s en buren van Paul van Vliet, onder wie Sjaak Bral, een crowdfunding gestart om geld te verzamelen voor het standbeeld. Het beeld moet komen te staan in de buurt waar Paul van Vliet woonde en werkte, niet ver van Theater Pepijn in het centrum van Den Haag.
Foto links: Loek Bos brengt het beeldje langs bij Colette. Foto rechts: Paul van Vliet bezoekt Colette
Paul van Vliet overleed in 2023. Een van zijn laatste optredens was in Antiquariaat Colette. Daar sprak hij samen met kapper Sabri Ali Ahmed, die uit het Koerdische deel van Irak is gevlucht, over oorlog en ontheemde vluchtelingen. Van Vliet vertelde over zijn tijd bij Unicef en ging dieper in op zijn relatie met Audrey Hepburn, de filmster die hem bij Unicef vroeg en daarmee een geheel nieuwe, positieve wending gaf aan zijn leven.
-
Lezing: de vergeten kunstenares Lidi van Mourik Broekman
Op zondag 11 mei neemt auteur June Nods je mee in het fascinerende leven en werk van Lidi van Mourik Broekman (1917-2015), een onderbelichte maar bijzondere beeldend kunstenares. Haar sculpturen en schilderijen vertellen een verhaal van kracht, doorzettingsvermogen en een ongekende passie voor kunst. Lezing van 15:00 uur tot 15:45. Het wordt mooi weer, dus de bijeenkomst is op ons boekenpodium in de tuin! En speciaal voor moederdag trakteren we op taart.
Voor belangstellenden: aansluitend wandelen we met June Nods naar de beeldengroep ‘Spel en Zekerheid’ van Lidi van Mourik Broekman in het Stadhoudersplantsoen.
Over Lidi van Mourik Broekman
Wist je dat beelden van Lidi van Mourik Broekman in Den Haag ooit verborgen waren achter hekken bij het Joegoslavië-tribunaal? En dat de kunstenares weigerde de loyaliteitsverklaring van de bezetter te tekenen tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Over de spreker: June Nods schreef het boek Geen schaduw zonder licht over Lidi van Mourik Broekman, waarin ze niet alleen Lidi’s kunst, maar ook haar bijzondere levensverhaal belicht. Het boek is verkrijgbaar bij Colette. Tijdens de wandeling is er ook alle ruimte om verder te praten over de indrukwekkende familiegeschiedenis van June en haar man Max Nods – de zoon van Sonny Boy.
Waarom je deze lezing niet wilt missen:
Duik in de vergeten geschiedenis van een getalenteerde vrouwelijke kunstenaar
Ontdek hoe Lidi’s werk in de openbare ruimte tot stand kwam
Laat je inspireren door een verhaal vol kunst, moed en passie
Gratis toegang – kom langs en laat je verrassen!
-
Van Colette naar collage
Nu in onze etalage: collages van kunstenares Cristina Martins. De kunstwerken zijn te koop en hebben een bijzondere relatie tot Colette. De beelden die Martins gebruikt, komen veelal uit oude boeken en tijdschriften die zij in onze boekenbergen opdook. Wist je dat Cristina ook in opdracht tekening-collages maakt van uw familiefoto’s? Een cadeau om altijd te bewaren!
Cristina Martins: ‘Naast tekeningen maak ik collages. Een paar maanden geleden boorde ik een enorm
prachtige schat aan: de boeken en tijdschriften van antiquariaat Colette. Tussen de boekenbergen lag de inspiratie voor deze collages. Achter elk verhaal huist een ander verhaal.”De collages van Cristina Martins maakte van de parels van Colette zijn vanaf zaterdag 29 maart t/m zaterdag 12 april te zien in de etalage van Colette. De collages zijn te koop. Mocht je geïnteresseerd zijn stuur een mail aan Cristina. Of stuur een berichtje via Instagram
-
Onderduikadres Reinkenstraat 19
Midden in de drukke Reinkenstraat, in een piepklein appartement op nummer 19, hielp Mies Walbeehm in de Tweede Wereldoorlog wel 80 tot 100 Joden aan een onderduikadres. Dit jaar wordt op 4 mei een gedenkplaat bij het adres onthuld. In ons antiquariaat is de komende tijd veel aandacht voor het onderduikadres.
Reserveren voor deze bijeenkomsten is niet nodig.
Zaterdag 26 april om 14:00 uur vertelt journalist Cor Speksnijder bij Colette over zijn nieuwe boek ‘Reinkenstraat 19’. Mies Walbeehm; wie was deze moedige vrouw ? En wie waren de mensen die hoopten in haar krappe appartement uit handen van de nazi’s te blijven? De auteur gaat in op deze en tal van andere vragen. Het boek is nu al te koop bij Colette.
Op 3 mei, om 11:00 uur en 13:00 uur vertelt Marloes Vernooijs tijdens Open Joodse Huizendag in Colette over Reinkenstraat 19. Wat bewoog Mies Walbeehm om zoveel mensen te helpen, terwijl verraad overal op de loer lag? Marloes Vernooijs verdiepte zich in Mies’ geschiedenis en vertelt haar verhaal. Luister ook naar de podcast die Marloes maakte met Omroep West.
Op 4 mei vindt tijdens de onthulling van de gedenkplaat een herdenkingsbijeenkomst plaats. Deze gedenkplaat komt vlak naast de plaquette te hangen die nu al boven de ingang van het portiek te zien is. U kunt de bijeenkomst bijwonen. Verzamelen om 19:30 uur bij Reinkenstraat 19.
-
Van Oudshoorn en F. Springer bij Colette
Zondag 18 mei, 15:00 uur: Een middag over (Oost-)Berlijn met J. van Oudshoorn en F. Springer. M.m.v. Jan Paul Hinrichs en Peter Nieuwenhuizen. Op ons boekenpodium (bij mooi weer in de tuin) vertelt Van Oudshoorn-biograaf Jan Paul Hinrichs over Jan Koos Feijlbrief (1876 – 1951). Onder zijn schrijverspseudoniem J. van Oudshoorn schreef Feijlbrief romans en novellen.
In zijn bijdrage zoomt Hinrichs in op de periode 1905 – 1933, de tijd dat Feijlbrief verbonden was aan het Nederlandse gezantschap in Berlijn. Hij debuteerde toen met de roman Willem Mertens’ Levensspiegel, waarmee hij zich volgens literair criticus Wam de Moor meteen ‘onder de groten van onze romankunst’ schaarde. En schreef er de novelle De laatste dagen.
Spreker vertelt zijn verhaal ook aan de hand van een serie vooroorlogse briefkaarten uit Berlijn, door Van Oudshoorn naar Nederland gestuurd. In 2018 werden deze kaarten door Hinrichs samengebracht in de schitterende uitgave Kaarten uit Berlijn.
Ruim vijftig jaar nadat Feijlbrief uit Berlijn was vertrokken, trad Carel Schneider (1932-2011) in die stad aan als ambassadeur in de toenmalige DDR. De standplaats Oost-Berlijn leverde het materiaal voor F. Springers roman Quadriga (2010). Peter Nieuwenhuizen, bestuurslid van het F. Springer Genootschap, herlas Quadriga en vertelt ons over zijn bevindingen.
Voor nadere inlichtingen over dit evenement wende men zich tot Hein van der Hoeven, heinvdh@planet.nl, Colette-vrijwilliger en voorzitter van het F. Springer Genootschap -
Kijk onze Gulden Klinker eens!
Nieuw in het stoepje voor de deur van Colette & Co: een Gulden Klinker. Met deze onderscheiding zet de gemeente Den Haag initiatieven van vrijwilligers in het zonnetje. Wij zijn heel trots op deze prijs! En vooral ook heel trots op alle vrijwilligers die ons boekenparadijs draaiend houden.
Bij de Gulden Klinker hoort ook een geldbedrag. Dat gaan we inzetten voor de leefbaarheid en gezelligheid in onze straat.
Foto’s van de feestelijke ‘instrating’ van de Gulden Klinker: Martijn Beekman
-
Feest! Gulden klinker voor Colette
Op donderdag 27 maart is het feest in Colette! We krijgen wethouder Saskia Bruines op bezoek; zij legt om 15:00 uur de ‘Gulden Klinker’ in de stoep voor onze deur. Dit is een prijs voor vrijwilligers-initiatieven in Den Haag. Wat een eer! We zijn heel trots dat we alweer bijna 4 jaar samen ons bijzondere boekenparadijsje draaiend houden.
Welkom vanaf 14:30. We rollen de rode loper uit voor onze vrijwilligers, voor onze klanten, buurtgenoten en andere fans van Colette. We serveren champagne en lekkere hapjes. En er is live accordeonmuziek!
-
Het boek over Colette
In juni verschijnt het boek over onze winkel! Kun je ook niet wachten? Laat je mailadres achter op https://colette.red/het-boek/ en je hoort als eerste wanneer je het boek kunt bestellen, mét korting!
Bovendien zijn we nieuwsgierig welk omslag jouw voorkeur heeft. A of toch B? Laat het ons weten!
-
Jogchum en Jan Cremer
De vaste bezoekers van Colette weten dat onze nestor Jogchum de Vries een bijzondere band heeft met Jan Cremer, de grote schrijver die vorig jaar op 84-jarige leeftijd overleed. Niet voor niets hebben we op onze afdeling de pareltjes van Jogchum een stapel met Cremer-boeken die zowat tot aan het plafond reikt. Onlangs refereerde Babette Cremer, de grote liefde van Jan Cremer, in een interview in Volkskrant Magazine aan de vriendschap tussen Jan en Jogchum: ‘Het bewijs dat Jan een ridder was’.
Roze memoblaadjes
Coletter Linda Vermeulen ging bij Jogchum langs om hem op het Volkskrant-artikel te wijzen en kreeg een paar dagen later vijf roze memoblaadjes met daarop het verhaal van de bijzondere, kortdurende vriendschap. Op onderstaande foto zie je de briefjes, samen met een kaart die Jan Cremer in 1952 naar Jogchum stuurde. ‘Wie wat bewaart, die heeft wat’, aldus Jogchum.
Eerst het citaat van Babette Cremer in het interview met Onno Blom over haar ontmoeting met Jogchum. Zij noemt hem niet direct bij naam – het was onze vrijwilliger Stef Muller van het reparatieteam die Jogchum in dit fragment herkende:
‘Niet zo lang geleden kwam na een opening in het Haagse Gemeentemuseum een oude man naar ons toe. Hij had een ansichtkaart bij zich uit 1952. Groeten van Jan, stond op de achterkant. Die man had de kaart altijd bewaard. Hij vertelde dat Jan hem in het weeshuis had gered. ‘Jij slaapt naast mij’, had Jan gezegd, hoewel hij drie jaar jonger was. Het bewijs dat Jan een ridder was.’
Kinderherstellingsoord
Jogchum kan zich de ontmoeting in het museum met Babette en Jan Cremer nog goed herinneren. ‘Dat was in 2007’. Verder was het verhaal van de redding in het weeshuis net een tikkeltje anders. ‘Ik ben van 18 april 1941, dus een jaar jonger dan Jan’, zo schrijft Jogchum op het eerste roze memoblaadje. ,Eind 1951 zat ik in Huize Heelsum, een kinderherstellingsoord in de buurt van Arnhem. Ik was een erg verlegen jongetje van het platteland. Ik kwam uit Pingjum, Friesland. Jan kwam uit Enschede en sliep in het bed naast dat van mij. Jan was zoals we dat zeggen een soort natuurlijke leider; hij was ‘street wise’. Hij bleek ook de krant te lezen, net zoals ik dat al van jongs af aan deed. En hij wilde later een motor met zijspan, zoals de ANWB-monteurs destijds. De andere jongens kwamen uit ‘Holland’. Wij niet, dat schiep ook een band.’
Zuivere lucht
‘Ik was daar voor de zuivere boslucht. Ik was een beetje bleekjes en had last van astmatische bronchitis. De strenge winters in Friesland met veel mist uit zee waren niet echt gezond voor mij. Dus ik overwinterde dat jaar in Heelsum. Jan was half-wees, hij was een stadsjongen. We weten uit zijn boeken dat hij in zijn jeugd veel van huis gewisseld is. Verder waren er veel verschillende jongens. Er zaten bedplassers bij, een paar nerveuze jongens. Er waren twee groepen: jong en oud. De grens lag bij 11 jaar. Maar ik mocht als tienjarige, vrij lange jongen, bij de oudste groep. We maakten veel wandelingen door de Zuidelijke Veluwezoom, met bossen en beekjes en het kasteel Doorwerth. Van Sinterklaas kregen alle jongens een zakmes, waarmee we landjepik speelden in het zand.’
Op onderstaande afbeelding zie je een foto van Huize Heelsum (voor de kenners: deze foto staat ook in ‘Ik Jan Cremer’) en wederom de kaart van Jan Cremer aan Jogchum.
Jan greep in
‘We trokken samen op. Jan kwam ook voor mij op’, schrijft Jogchum. ‘Op een dag was ik nerveus. Ik was misselijk. We zaten aan het ontbijt, aan tafel met de hele groep. Ik raakte in paniek en in die noodsituatie stamelde ik iets in het Fries. Het Nederlandse woord voor kotsen (Fries: spuien) kende ik niet. Jan greep in en bracht me naar de wc. Ik weet ook nog dat Jan ons in Heelsum het woord ansichtkaart liet opschrijven. Laat dat jongetje uit Pingjum nou de enige zijn die dat foutloos deed. Bij het vertrek uit Heelsum hebben we adressen uitgewisseld.’
Doos met kaarten
‘In het herstellingsoord had ieder een doos voor zijn persoonlijke spullen. Zoals een tandenborstel, kam, ballpoint. Ik bewaarde in die doos ook de de brieven die mijn klasgenoten vanuit Friesland in opdracht van de meester naar mij stuurden. Ik vond het wel leuk natuurlijk om pakketjes met kaarten te krijgen. Ik was per slot van rekening nog nooit eerder van huist geweest en was daar best eenzaam. Een half jaar later, toen ik al lang weer thuis was in Pingjum, ontving ik een kaart van Jan uit Enschede. Met een stierenvechter, waarschijnlijk een kaart die Jan van zijn vader, de wereldreiziger, had gekregen. Die kaart bewaarde ik ook in die doos. Zelf stuurde ik een kaart van ‘Hongaarse schilders’ naar Jan. De doos heb ik nu nog altijd in mijn woonkamer staan. Ik ben een bewaarder. Ik ben niet voor niks tweedehands boekhandelaar geworden.’
Ik Jan Cremer
Jaren gingen voorbij. ‘Uiteraard heb ik later zijn boeken gekocht. Ik Jan Cremer. Dat was in 1964. Ik zat toen in militaire dienst. Het boek was erg populair. Ik heb het een paar keer uitgeleend aan mede-soldaten. Het kwam er maar niet van om contact op te nemen…’
Ontmoeting in het Fotomuseum
En dan het laatste memoblaadje: ‘…Tot februari 2007. Er was een bijeenkomst in het Fotomuseum in Den Haag, dus naast het Gemeentemuseum, ter gelegenheid van een tentoonstelling over ‘The sixties’. Jan werd geïnterviewd door Kees ’t Hart. Ik dacht: dit is mijn kans om Jan nog eens te ontmoeten. Samen met mijn beste vriendin Hanneke ben ik er naartoe gegaan. Na afloop heb ik mij gemeld met mijn ansichtkaart. Jan was blij verrast en deelde dit met Babette, die ons er op wees hoe bijzonder dit was: ‘Meer dan 50 jaar geleden.’ Vijf dagen later ontving ik een grote cassette die samengesteld was voor de zestigste verjaardag van Jan Cremer. Een luxe editie, 50e druk van Ik Jan Cremer, een cd met zigeunermuziek (Rijk de Gooijer zong over een Kozak, en Jan las ook voor). En een grote litho, genummerd, en dit alles gesigneerd plus de vermelding ‘voor Jogchum’.
Made in USA
Achterop het laatste blaadje heeft Jogchum nog een nabrander geschreven: ‘Overigens schrijft Cremer in zijn boek Made in USA op pagina 67 over ‘Boer Koekoek uit Pingjum’. Dat citaat toonde ik hem op die bijeenkomst in het Fotomuseum. Ja, Jan bleek op zoek te zijn geweest in Pingjum. Om foto’s te maken van koeien, voor latere schilderijen. Hij had nog naar mij geïnformeerd, vertelde hij, maar zonder succes. We waren met onze familie overigens al verhuisd in 1964.’ Op de foto: Made in USA, gesigneerd door Jan Cremer, op 15 februari 2007, met een lieve groet voor Hanneke.