Algemeen

Berlin meant boys – Christopher Isherwood achterna in Berlijn

Als lezers beleven we een stad niet alleen door er te zijn, maar ook door de ogen van de schrijvers die al eerder met hun kladblokje in de binnenzak de stad hebben verkend. Zo was ik laatst in Berlijn en kon ik het niet nalaten om een kleine tour te maken in het spoor van Christopher Isherwood (1904-1986).

Isherwood, links.

“Berlin”, schreef Isherwood, “meant boys”. Dit citaat is de kernzin van het Berlijnse werk van Isherwood, die aan het stijve Engeland van de tussenoorlogse jaren ontsnapte door zich onder te dompelen in de wilde Duitse hoofdstad. Terwijl de donkere wolken van het Nazisme zich samenpakken boven de stad verliest Isherwood zich in de duistere barretjes en “Cabarets”, de blonde jongens achterna. Tijdens zijn tijd in Berlijn hield Isherwood nauwkeurig een dagboek bij dat de basis zou vormen van twee belangrijke boeken. Mr. Norris changes trains en Goodbye to Berlin. Dat laatste boek kent u misschien in de vorm van de (verfilmde) musical Cabaret. Pas later in zijn leven schreef hij het derde boek, Christopher and his kind (1976) waarin hij openlijk zijn homoseksuele ervaringen in de stad deelt. Het maakt Isherwood tot een ster van de homorechtenbeweging.

De boeken zijn bijna honderd jaar na dato nog goed te lezen. De spanning van het vooroorlogse Duitsland spat van de pagina’s; de marcherende laarzen van de fascistische knokploegen strijden om aandacht met de travestieten en uranisten van het baanbrekende Magnus Hirschfeld en zijn Institut für Sexualwissenschaft. Met trefzekere omschrijvingen brengt hij de wereld van de paradijsvogels van het nachtleven tot leven – de flappers, de zangeressen, de dichters die dromen van hun grote doorbraak en de knapen die hun diensten aanbieden voor geld en cadeautjes. De verleiding is trouwens groot om wat van het heden (met kranten vol transgenders en nazi’s) te lezen in de verhalen over het Berlijn van de Weimarrepubliek, maar dat even geheel terzijde.

Isherwood schrijft prachtig. Je moet er van houden, maar de man is een beste observator en af en toe gewoon een heerlijke, onvervalste snob en een hater. Neem nou alleen al het feit dat hij ruiterlijk toegeeft dat hij seks op gelijkwaardige voet maar raar vindt: “This was because Christopher was suffering from an inhibition, then not unusual among upper-class homosexuals; he couldn’t relax sexually with a member of his own class or nation. He needed a working-class foreigner.” Niet helemaal de mode in deze intersectionele tijden waarin we volgens de progressief-linkse theologie klassenverschillen net zo erg moeten vinden als discriminatie op grond van seksuele gerichtheid – maar misschien juist daarom zo boeiend.

Enfin, het tourtje dus. In zijn Berlijnse jaren woonde Isherwood aan de Nollendorfstraße nummer 17. De sfeer van de boeken hangt nog wel in de wijk – vol expats en barretjes en clubs die zich niet zelden aan de kleurrijke kant van het seksuele spectrum bevinden. Isherwood had zich er vast thuis gevoeld. Zijn woning wordt gemarkeerd met een keurige gevelplaquette, maar verder is er niet zoveel te beleven. Even op de foto en weer door. Veel leuker is de boekwinkel in de kelder van het naastgelegen pand. Bij dit zaakje zonder naam zal de gemiddelde vriend van Colette zich onmiddellijk als een vis in het water voelen. Grote stapels, bananendozen… Bovendien wordt de zaak gedreven door een ouder heerschap dat de kassa nog in muntgeld in zijn zak heeft en precies weet waar elk boek in het zaakje ligt. We raakten in gesprek met de antiquair over de uitdagingen van het nobele vak (hoge huren en ontlezing) en het stemde hem toch hoopvol dat wij in Den Haag zo’n mooie kollektieve oplossing hebben gevonden voor een verdwijnend boekwinkeltje. Uiteraard namen we wat mee: een mooie uitgave van Mein Jahrhundert van Günther Grass. We kregen ‘m voor een collega-prijsje.

We sloten het Isherwood-tourtje af met een bezoek aan de overburen van Isherwood, de cocktailbar “Stagger Lee”. In dit zaakje is met veel donker hout en vooroorlogse prullaria de sfeer opgeroepen van de wilde jaren van Berlijn. Bovendien mag je er nog binnen roken, wat misschien niet heel goed voor je is maar stiekem wel heel lekker voor een keertje. Het is ook goed voor de historische ervaring, zo’n rookgordijn. Weet u trouwens wie ook heel erg tegen roken was? Nou dan.