-
Ontmoet team Colette: Maria Lepilova
Bij Colette zijn inmiddels zo’n 50 vrijwilligers actief. Onze Rob Jamin sprak voor deze aflevering van ‘ontmoet team Colette’ met Maria Lepilova. Maria heeft Russisch en Italiaans onder haar hoede. Italiaans loopt wat minder, er zijn weinig klanten die daar naar vragen. Boeken ín het Italiaans die eruit gaan, dat is echt een zeldzaamheid.
Russisch daarentegen loopt wél goed, vooral de grote literatuur. ‘Nu wil men die rare Russen kunnen begrijpen.’ Het valt haar op dat er veel jonge mensen onder zijn. Daar wordt ze blij van: ‘Er zijn nog mensen die lezen!’ De meeste boeken die verkocht worden zijn vertalingen in het Nederlands en Engels; Franse en Duitse vertalingen worden ook wel verkocht, maar aanzienlijk minder. De mensen kunnen zelf zoeken, de kast staat netjes op alfabet, de letters aangegeven op keurige scheidingsbordjes.
Bordjes met beginletters
Maria blijkt de uitvinder van deze bordjes te zijn. ‘Gewoon, de achterkant van een kleerkast uit de container gehaald, en die in stroken gezaagd.’ Ook het systeem waarmee fotopanelen worden uitgestald vóór de kasten is van haar hand. Onlangs zijn de inmiddels beroemde foto’s van Het Residentieorkest op die manier geëxposeerd. Simpel maar doeltreffend, hoe elegant wil je het hebben. Ze doet er nogal laconiek over.
Ze geeft liever geen adviezen
Dankzij de bordjes in de kast met Russen hebben zoekende klanten geen gids nodig. Ze krijgt wel eens de vraag wat ze aanraadt als kennismaking met de Russische literatuur. ‘Tja, wat moet je dan zeggen? Dat hangt helemaal af van iemands eigen achtergrond en smaak. Wat zou jij zeggen als iemand een advies vraagt over Nederlandse literatuur? Daar is toch geen goed antwoord op te geven?’ Zo’n vraag om advies honoreert ze liever niet. Haar manier is om een paar grote bekenden aan te wijzen – geluk bij een ongeluk dat er weinig keus is. Dan blijken mensen toch spontaan zelf te kiezen.
Assortiment
Colette heeft nauwelijks aanbod van moderne Russische schrijvers, af en toe duikt er een dissident op. Wel de groten als Tolstoi, Toergenjev, Dostojevski. Hoe vult ze de kasten aan? ‘Vooral uit de kelder. Er komt heel weinig binnen.’ In de stapels onderaan de kasten, dus eigenlijk in het gangpad, zet ze de speciale boeken en de dubbele exemplaren. Op een geheime plek heeft Maria een voorraadje met heel speciale boeken. Onbevangen legt ze uit waar dat is. Het is midden in de winkel, alsof je met een goocheltruc voor publiek en camera’s Poetin van zijn colbert ontdoet. Dit is te mooi om te verklappen.
In het Rusland van haar jeugd waren weinig boeken boeken
In haar jeugd, in Rusland, waren er weinig boeken. Er was censuur. Boeken werden doorgegeven, soms voor maar één nacht. Overschrijven of overtypen was heel gebruikelijk. Wat er was, was alleen Russisch, niet de modernen. Als er al buitenlandse literatuur was, hield dat op na de 19e eeuw. In Moskou waren wat klandestiene winkeltjes, de boeken waren heel erg duur. Maar thuis gaf haar moeder er een vermogen aan uit: literatuur (Russisch en vertaald), kunstalbums, veel naslagwerken, encyclopedieën van alle soorten, woordenboeken, enz. ‘Goede boeken waren inderdaad moeilijk te vinden, maar mijn moeder was er erg begaafd in. Dus ik groeide wel mét boeken op, maar ook met het gevoel dat het een schat is die je moet waarderen en koesteren. In mijn vroege jeugd, vóór de jaren ’90, werden boeken klandestien gekopieerd. Daarna stroomde er opeens alles naar het land toe, alles mocht, alles kon.’
Nu nog heeft Maria zelf de neiging om een bijzonder boek meteen te kopen, uit angst om het nooit meer tegen te komen. ‘Ik moet echt opletten dat ik geen hoarder word.’
Van Rusland via Frankrijk naar Nederland
De tweede Russische universiteit waar ze studeerde, werkte samen met een Franse uni. Ze haalde haar master bij een Franse gast-professor. Bij diens faculteit kreeg ze een beurs om een jaar onderzoek te doen. Dat duurde tot de liefde toesloeg. Haar toekomstige man vond werk Nederland, in de weekends pendelde ze heen en weer. Op den duur is ze naar Nederland verhuisd, maar toen werd doorgaan met onderzoek te lastig. ‘Ik zat te ver van het vuur.’ Juist de informele contacten en uitwisselingen met collega’s zijn bij wetenschappelijk onderzoek van wezenlijk belang.
Colette
Talig als ze is ging ze in Den Haag, haar nieuwe woonplaats, op zoek naar boekwinkels. ‘Wat lezen jullie?’ Ze trof een winkel in de van Hoytemastraat die inmiddels is verdwenen, the American Book Center, én Colette. Jogchem wist altijd precies waar het boek dat ze zocht te vinden was: ‘Ja, klim maar op die stapel, gewoon, met je schoenen. Daarachter ligt het.’ Ze durfde niet goed om zich als assistente aan te bieden. Maar bij de overname heeft ze geen moment geaarzeld. Maria is van begin af aan vrijwilliger geweest.
Het rayon Russisch heeft veel last van overloop van de naast gelegen thrillers, en van misplaatste boeken uit Oost-Europa. ‘Niet elke Natasha of Nacht in Moskou is Russisch.’
Maria komt nu aan de kost met vertalingen naar het Russisch, haar moedertaal. Het meeste uit Frans en Engels, af en toe Italiaans, en zelden uit het Duits. Maar dat gaat aflopen, het ligt politiek en financieel moeilijk, uitgevers verdwijnen.
Wensen
Wat ze graag anders zou willen? ‘De kast is te klein, ik kan niet alles kwijt. Ik wil een groter aanbod, met meer keuze ín het Russisch. Daar is veel vraag naar, vooral van nieuwe migranten uit Oost-Europa.’ Jammer genoeg worden er nooit boeken in het Russisch aangeboden. Colette heeft ze niet, dat spreekt zich rond en dus komen de mogelijke klanten niet.
We deden dit interview in de winkel. Mede dankzij een belezen klant, ploeggenote Moniek en étaleuse Ingrid werd het een lang gesprek dat vele kanten uitwaaierde. Typisch zo’n mooie Colette-discours.
-
Opgeruimde types
De kunstberg is een van de prominentste afdelingen van Colette. Niemand kan er omheen, nauwkeuriger gezegd: iedereen móet er omheen. Hij wordt gekoesterd door maar liefst twee rayonhoofden: Jeannette van Zijl en Marianne van Erp. Hoewel er geen hiërarchie tussen hen bestaat, is Marianne met haar opleiding tot kunsthistoricus de prima inter pares. Met praktische ervaring in beeldende vorming volgt Jeannette op een banddikte.
Hun belangrijkste doel is het bestrijden van de chaos. Net als Mount Everest is de kunstberg verworden
tot dumpplaats. Restanten uit de buitenetalage, vers ingebrachte aanwinsten uit ontruimingen,
misplaatste werkjes uit andere rayons, dat alles wordt door de collega’s bij voorkeur geparkeerd op de
hellingen van de kunstberg. De werkdagen van Marianne en Jeannette beginnen met sorteren en
herplaatsen. Pas daarna kunnen ze aan de slag met hun eigenlijke werk: het rubriceren en bijeen
brengen van gelijkaardige boeken. Ze hebben onderafdelingen als: Van Gogh, Rembrandt, Franse
impressionisten, architectuur, design, kunstnijverheid, doe-het-zelf, foto & film, en nog zo wat. Ze
hebben hun hoop gericht op het leeg komen van de kelder en Blauwbaard, dan komt er wellicht ruimte
voor uitbreiding van hun rayon.
Verkoop loopt goed
Ze zijn tevreden over de verkoop, die loopt goed. De berg trekt veel belangstelling. Regelmatig zijn er
klanten die systematisch alle rugteksten nalopen, een karwei dat uren in beslag kan nemen. Vaak treffen
ze snuffelende studenten.
Het aanbod komt in golven, vooral van ontruimingen (“mijn moeder/vader is overleden”, een tekst die
in varianten dagelijks in de winkel is te horen). Er zitten pareltjes tussen, bijzondere collecties, fraai
uitgevoerde drukken. Onlangs een prachtige verzameling Russische kunst. Frappant is dat zulke
bijzondere boeken heel kort na binnenkomst al worden verkocht. Naar architectuur is veel vraag, maar
het aanbod is opvallend laag.
Het valt hen op dat ze vaak gerichte zoekvragen van bezoekers kunnen honoreren. Onlangs wilde
iemand alle aanwezige Eschers kopen, die ging met vijf boeken de deur uit. Nu ze erover nadenken,
voor Van Gogh is opvallend weinig belangstelling. Misschien is een gerichte outlet-actie een idee.
Graag een eigen kast
Opvallende winkeldochters zijn catalogi van grote tentoonstellingen. Daar hebben ze vaak wel vijf
exemplaren van. Maar hoe mooi ze ook zijn, ze raken snel gedateerd en daarmee uit de belangstelling.
Een bijzonder kenmerk van de kunstboeken is hun formaat. Ze passen niet in de gewone kasten.
Marianne en Jeannette zouden het liefst een speciale kast hebben voor de kunstboeken. Ze onthullen en
passant een goed bewaard geheim: onder de kunstberg gaat een speciaal kastje schuil dat volgens
Jogchum heel handig was om bij feesten je glas met wijn op te zetten. Das war einmal.
Een tijdje geleden kregen ze een paar dozen met prachtige boeken binnen, afkomstig van de Haagse
Kunst Kring. Zij dolenthousiast, natuurlijk. Maar na twee dagen kwam er een telefoontje: men had zich
vergist en kwam ze weer terughalen. Wat mocht blijven was helaas niet heel bijzonder.
Ze houden regelmatig opruimochtend. Wat niet loopt, gaat naar de outlet en is dan verrassend snel
verdwenen. Wanneer er een heel bijzonder boek binnenkomt, gaat dat naar de veiling. Kort geleden nog
een piepklein boekje van Charlie Watts, dat heeft € 100 opgebracht.
Kookboeken
De afdeling kookboeken valt ook onder de hoede van Jeannette en Marianne. Die staat nu een beetjeKverloren naast de ingang van Blauwbaard, ze hopen dat die prominenter in de winkel komen,
bijvoorbeeld als de horror zou verhuizen naar de kelder. Voor kookboeken hebben vooral expats
belangstelling. Speculerend komen we op het idee dat men die makkelijk thuis laat bij een verhuizing.
Ook hier een smakelijke anekdote. Bij een optreden van Janneke Vreugdenhil – die royaal schonk uit
haar recensie-exemplaren, werd de legendarische Indonesische kookbijbel van Beb Vuyk geveild. Om
de prijs wat op te drijven deed Jeannette een bod. Helaas ging niemand daar overheen, en bij
thuiskomst bleek er al een exemplaar in haar kast te staan.Gevraagd naar hun wensen komen ze als eerste op meer ruimte. Ze willen bijvoorbeeld de fotoboeken
geopend presenteren, en er meer informatie bij verstrekken, eventueel aangevuld met curiosa. En ze
willen meer aansluiten op de actualiteit, etalages naar aanleiding van grote exposities. Maar soms is er
dan niet voldoende in huis of – eigen boezem – hebben ze er niet tijdig aan gedacht.
Tot slot een wens waar bezoekers én medewerkers warm voor kunnen lopen: ze willen kunst ophangen
in de ruimte tussen de bovenste rijen boeken en het plafond: prenten, schilderijen, foto’s.