Algemeen,  Uitgelicht

Daar hebben we (ook) veel van: Colette

Je kunt het zo gek niet bedenken, of je vindt het bij Colette! In deze nieuwe serie ‘daar hebben we (ook) veel van’, belichten we steeds 1 schrijver of onderwerp waar we zelfs méér van hebben; toch op z’n minst wel een klein bergje boeken. In de eerste aflevering over deze ‘Colette Canon’ schrijft Piet Driest (ons rayonhoofd Frans) over de naamgeefster van ons antiquariaat. Je vindt haar boeken op de ‘pareltjes van Jogchum-berg’. Piet droomt er stiekem van om van Antiquariaat Colette een Colette-museum te maken. Toe maar!

Ha, terecht, denk je, eindelijk een winkel die eer bewijst aan een van de beste Franse schrijfsters. Maar als je naar binnen gaat, blijken er toch ook weer boeken van andere auteurs in de winkel te staan. Zouden we niet een heel eind komen met een winkel met alleen maar boeken van en over Colette en de vele vertalingen? Jogchum, onze godfather, die lang geleden de winkel oprichtte en hem de naam van zijn lievelingsschrijfster gaf, zou het toejuichen.

Onze ideale winkel heeft vier wanden die ieder een periode van 20 jaar van haar leven bestrijken en op de grote tafel in het midden liggen stapels biografieën, dvd’s met documentaires over haar en met verfilmingen en stripverhalen van haar romans, toneelstukken gebaseerd op haar romans, exemplaren van parfums en zeepjes die Colette onder haar naam verkocht, affiches van haar optredens in de Moulin Rouge, in music-halls en op het toneel. Speciale vermelding krijgt een gigantische stapel met haar
journalistieke producten, artikelen in kranten en tijdschriften, reisreportages.

Boeken van Colette

Een wand loopt van 1873 tot 1893: haar jeugd in een klein dorpje op het Franse platteland, haar eerste romans over haar jonge jaren, over haar opvoeding, haar huis en haar school. Die eerste romans over Claudine op school waren zo openhartig, zo eerlijk en niets verhullend over haar dorpsgenoten dat bij een later bezoek aan haar dorpje deze laatsten met stenen in de hand haar opwachten. Binnen de kortste keren was Claudine wereldberoemd, adult-literatuur avant la lettre.

In 1894 op haar twintigste trouwt ze met Willy, die onder zijn naam haar boeken uitgeeft (pas in 1906 worden haar boeken met haar eigen naam uitgebracht) en na een jaar of tien wordt Willy ingeruild voor Missy, een barones met wie ze pantomime gaat spelen. Met Missy zorgt ze voor het schandaal in de Moulin Rouge (lesbische zoenen en blote borsten). Ze schrijft maar door (hoe toepasselijk “La Vagabonde” en “L’ingénue libertine”), romans en journalistieke reportages en ze blijft toneel spelen, doet pantomimes, gaat op tournee door heel Frankrijk..

In 1912 trouwt zij met de hoofdredacteur van de krant waar ze vaste medewerker is en zelfs later artistiek directeur van wordt. In die periode schrijft zij haar meest bekende boek “Chéri”, later zal zij de hoofdrol spelen in toneelstuk dat over het boek gemaakt is. Reportages over de Eerste Wereldoorlog, over Verdun, de strijd in Italië, de veldhospitalen en terwijl de hoofdredacteur aan het front is, krijgt ze een verhouding met zijn zoon (hij is 16, zij 46). Bertrand, de zoon, vertelt later dat de 6 jaar durende verhouding
met Colette, de gelukkigste periode uit zijn leven is geweest.

Onvoorstelbaar hoeveel zij schrijft, maar ja, ze is kostwinner en moet wel op allerlei manieren geld verdienen: Moulin Rouge, theater, shows, pantomime, romans en artikelen. Begin 30-er jaren introduceert ze een lijn met eigen schoonheidsproducten, opent een cosmeticawinkel in Parijs en in Saint-Tropez

De laatste wand van ons Colette-monument is gereserveerd voor haar als grande dame de la littérature. Ze trouwt op haar 52-ste met Maurice Goudeket, een trouwe, lieve vriend met wie ze al enige tijd een affaire heeft, hij zorgt voor haar tot aan haar dood, duwt haar rolstoel, behoedt haar voor al
te dwaze misstappen, vergezelt haar bij officiële gelegenheden. Hij is joods en Colette beschermt hem in de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitsers, weet hem, als hij toch gearresteerd wordt, dank zij haar relaties weer vrij te krijgen.

Ze woont in het Palais Royal, wordt gekozen in de Academie Goncourt (het hoogste wat een Franse schrijver bereiken kan), blijft schrijven, redigeert vroegere romans, schrijft nieuwe. Praktisch tot het eind van haar leven is ze actief. In 1954, ze is dan 80, sterft ze, krijgt een staatsbegrafenis en geheel in stijl ontstaat er een nationaal debat omdat de katholieke kerk haar een katholieke plechtigheid weigert. Père Lachaise is haar laatste rustplaats.

Met zo’n leven is het niet verwonderlijk dat de tafel met beschrijvingen en verhalen over haar leven barstens vol ligt en doorbuigt onder het gewicht van de boeken. Onvoorstelbaar wat zij geschreven heeft, onvoorstelbaar wat zij daarnaast nog presteerde. Onze winkel is klaar, een passend eerbetoon.

De volgende aflevering in de serie Daar hebben we (ook) veel van, gaat over Janwillem van de Wetering.