Algemeen

Gevonden bij Colette (2)

Ergens in de boekenbergen vond Coletter Hein van der Hoeven ‘Kent gij het land…?’ van Dr. L. van Egeraat. Ondertitel: ‘Televisievoordrachten over Nederland’. Lees het verslag van Hein over deze bijzondere vondst:

Waar hoort dit boekje thuis in de winkel? In het hoekje met de reisboeken, zou ik zeggen. Een afdeling die in de tijd van Jogchum de Vries een ruimte moest delen met boeken over de Eerste Wereldoorlog en criminologie. Nu staan halverwege het gangetje naar WC en kelder in een hoek een paar hoge stapels met alle mogelijke reisbestemmingen op de boekenruggen.

Terug naar ‘Kent gij het land…?’ In de inleiding valt mij deze zin op. ‘De VARA maakte met deze programma’s geschiedenis in de vaderlandse televisie.’ Tegenwoordig is een gebeurtenis al vlug ‘historisch’ of een persoon ‘een icoon’, en dan denk ik: volgens mij kent over een paar jaar bijna niemand meer dit zogenaamd historische kabinetsbesluit of deze kennelijk iconische voetballer. Zelf was ik in 1962 11 jaar maar ik kan totaal niet bedenken waarom deze VARA-uitzendingen van Dr. L. van Egeraat geschiedenis schreven. De eerste kleurenuitzending? Het eerste naakt? Weet jij het? De oplossing vind je onderaan dit stukje.

Het boekje heeft als hoofdstukken: Midden-Brabant, Oostelijk Brabant, Noord-Holland, Het Noorden,
Zeeland, Overijsel (met één s) en als slot: ‘En verder is het aan u’. Van Egeraat heeft een persoonlijke
stijl, benoemt wat hij mooi en lelijk vindt. Het biedt een mooi tijdsbeeld: hoe Nederland meer dan 60
jaar geleden met een geoefend toeristisch oog werd gezien. Dat alles maakt het heerlijk lezen anno 2025.

Omdat Van Egeraat een Brabander is, beperk ik me tot een paar observaties over het toerisme in die provincie. ‘De bossen in Brabant zijn nog echte bossen gebleven en geen gelegenheden geworden tot pantoffelparade in geasfalteerde laantjes. Er hangen weinig papiermanden tegen de boom (…) die de
natuur in feite méér bederven dan een weggeworpen stuk papier dat beregend tegen de wortels van
een boom ligt.’

Over Tilburg: ‘Wanneer u een niet al te mooi Brabants dorp neemt, met een fabriek erin, een kerk en
een klooster, en u vermenigvuldigt dat geval zo’n honderd maal (…), dan krijgt u Tilburg. Over zes jaar
zal het stadsbeeld van Tilburg echter helemaal veranderd zijn, want hier wordt de grootste stedelijke
vernieuwing doorgevoerd die Nederland kent, met doorbraken, hoogspoor en een vierbaans
buitenring en binnenring rond heel de stad, een verkeersnet dat zelfs uniek in heel de wereld zal
zijn.’

Over het hart van Brabant: ‘Het is niet moeilijk van Brabant een tweede Het Gooi te maken. Het is
wél moeilijk, het is onmogelijk, om als het eenmaal zo ver is, Brabant weer terug te krijgen, dat gaat
niet meer.’ Het is niet alleen het tijdsbeeld dat het boekje de moeite waard maakt. De auteur noemt dorpen als Gemonde en Olland ongeschonden Brabantse dorpen en hij schrijft lyrisch over het marktplein van Oirschot. In geen van deze drie plaatsen ben ik geweest en het maakt me nieuwsgierig.

De prijs voorin is 2 euro. Echt te laag, vind ik. Het boekje is duidelijk gelezen, maar niet beschadigd.
Een prachtig tijdsdocument. Zal ik de de prijs verhogen naar 5 euro? En als het boekje er na een paar
maanden nog ligt, koop ik het zelf.

Oplossing van de quizvraag: televisiegeschiedenis werd geschreven ‘omdat nog nimmer tevoren op
deze schaal de mogelijkheden tot het toerisme in eigen land op de beeldbuis waren gebracht.’