Gefeliciteerd, Arnon!
We hebben een winnaar: Arnon Grunberg mag de P.C. Hooftprijs voor de Nederlandse Letteren onder de kerstboom leggen. Een echte verrassing is dat natuurlijk niet; zoals de NRC schrijft is Grunberg al ‘decennia de beste van zijn generatie’*. Wat is nu eigenlijk het geheim van zijn dominante positie in de letteren?
Is het misschien de manier waarop Grunberg herkenbare literaire technieken gebruikt waar Vaderlandse leraren goed hun lessen mee kunnen illusteren? Neem nu de eerste bladzijde van Tirza, waar de hoofdpersoon een zekere meneer Hofmeester is, bezig met een huishoudelijk taakje. Nou, zegt de leraar Nederlands dan, dat is dus typisch een voorbeeld van een ‘speaking name’ – deze man gaat vast verderop in het boek gedoetjes krijgen in de huiselijke sfeer. En jawel. Met dat soort fijne als literatuur herkenbare literatuur, daar kunnen we wat mee. Is het de fascinatie van het publiek met de droogkomische en ironische worstelingen van Mannen van Joodse Afkomst met de Hooggespannen Verwachtingen van Hun Moeder? Wat dat betreft is Grunberg natuurlijk wel een beetje de poldervariant van Woody Allen en Philip Roth. Een internationaal succesrecept. Maar misschien is het ook wel gewoon… Nouja, wat in het Amerikaanse leger gevleugelde gezegde is: ‘quantity has a quality all of it’s own’. Grunberg schrijft gewoon heel erg véél en is vooral de bekendste schrijver omdat ie alom vertegenwoordigd is. Lees maar na in de Volkskrant:
Uit elke zin, uit elk woord spreekt de noodzaak om te schrijven. Zijn productie is adembenemend. In 2014 werd die gemeten: in een gemiddelde maand schreef hij 60 duizend woorden. Romans, essays, gedichten, toneelstukken en columns, waaronder een tijdlang de dagelijkse Voetnoot op de voorpagina van de Volkskrant. ‘Een kwestie van discipline’, zegt hij koeltjes. ‘Iedere ochtend achter mijn laptop gaan zitten.’
Kijk, dat zijn nog eens cijfers. Tel daarbij alle columns, essays, gelegenheidsstukken, commentaren en stukken als stadsdichter of ‘writer in residence’ bij op en het is duidelijk dat Arnon Grunberg gewoon heel veel meer doet dan de gemiddelde schrijver. Net als dat topprogrammeurs in Silicon Valley altijd omschreven worden als ’10x’ omdat ze niet een klein beetje productiever zijn dan een gemiddelde programmeur maar tien keer zo productief zijn topschrijvers waarschijnlijk ook ’10x’. De grootsheid van een schrijver is prima in centimeters uit te drukken, weten wij als neringdoenden in de boekerij. Anderhalve meter voor de 50 delen verzamelde werken van Couperus, bijvoorbeeld. Dat is nog eens echte literatuur. Kortom, het is dus wel volkomen terecht dat hij op relatief jonge leeftijd zo’n mooie prijs in de handen gedrukt krijgt en we zijn erg benieuwd hoeveel meter kastruimte de Verzamelde Grunberg uiteindelijk zal innemen.
Uiteraard hebben we bij Colette een aantal van zijn boeken in de aanbieding, dus kom vlug langs.
*Wat dat zegt over de stand van de Vaderlandse letteren mag u natuurlijk zelf invullen.